Bij Cunucu di Jimmy vind je een heleboel draken

We gaan even terug in de tijd. Naar een tijd toen er nog nauwelijks toerisme was en zelfs de olieraffinaderij nog niet bestond. 

Arubanen leefden in armoede. Er was weinig geld. Om de druk op de samenleving te verlagen kregen gezinnen stukken grond om te cultiveren zodat zij een bron van inkomsten zouden hebben. De familie van Jimmy behoorde tot een van de gelukkigen. Niet iedereen deed wat de overheid voor ogen had, maar de familie van Jimmy deed dit wel. Zij wachtte het goede moment af en creëerde hun eigen ‘cunucu,’ een plantage met lokaal gewas. 

Toen James, beter bekend als Jimmy nog een jonge jongen was, hield hij ervan om samen met zijn familie te tuinieren en dingen te planten. Naarmate hij ouder werd kreeg hij steeds meer affiniteit met de tuinbouw. Nadat hij in Oklahoma gestudeerd had, maar het niet had afgemaakt, keerde hij terug naar Aruba. Hij wist waar zijn hart lag en wat zijn volgende stap zou zijn en dat hij letterlijk terug naar zijn roots zou gaan. Hij vond dat elk land een eigen agrarische sector moest hebben en rond 1991 en 1992 begon hij samen met zijn vrouw Maria Elena, een bioloog, met het planten van Jambo, ook wel bekend als Okra, evenals ‘comcomber chikito,’ een kleine variant op de komkommer. Destijds waren deze planten alleen nog maar op buureiland Curaçao te verkrijgen. 

Cunucu di Jimmy

Cunucu di Jimmy is officieel in 1996 geopend en had in 2010 kortstondig een drive-through faciliteit. Voor Jimmy en zijn vrouw Maria was het erg belangrijk om de Arubaanse cultuur in stand te houden, dus besloten zij steeds meer lokale gewassen te planten zoals bonchi cunucu (lokale kousenband), pinda’s, koriander, citroen habanero pepers (beter bekend als Madam Jeanette), flespompoen, sperziebonen, verse vijgen, citroen, watermeloen, papaja, meloen en drakenfruit. Dit maakt Cunucu die Jimmy werkelijk uniek, aangezien geen enkele andere boerderij zo’n verscheidenheid aan groenten en fruit heeft. 

Drakenfruit: fruit zonder de draak 

Drakenfruit, ook wel bekend als pitaya, is een cactusvrucht die je met name in een tropisch of subtropisch klimaat aantreft. De vrucht heeft verschillende vormen, is heel erg gezond en is rijk aan antioxidanten. De vrucht ziet er merkwaardig uit en lijkt wel een beetje op een ‘psychedelische artisjok,’ althans dat vinden wij. Jimmy is inmiddels echt een lokale expert, aangezien hij 40 varianten met 24 verschillende smaken op zijn boerderij heeft. 

Duurzaamheid voorop!

Cunucu di Jimmy gebruikt vogelnetten om de drakenfruit te beschermen. Op de boerderij wordt uitsluitend natuurlijke meststof, damwater en een druppelirrigatie gebruikt om de benodigde mineralen over de planten te verspreiden. Mensen geven Jimmy dan ook regelmatig complimenten omdat hij oog heeft voor de cultuur, het voedsel en de lokalen. 

Cunuci di Jimmy levert met regelmaat aan lokalen en timeshare-eigenaren. Zij krijgen geen genoeg van zijn verse groenten en fruit. Het duurt niet lang of de befaamde drakenfruit van Jimmy wordt zelfs internationaal gegeten. Jimmy heeft namelijk groen licht gekregen van de overheid om de vrucht te exporteren. Dan staat Aruba niet langer alleen bekend om zon, zee, strand en pastechi’s, maar ook om de drakenfruit. Daar worden wij heel blij van. Jimmy en zijn familie zijn wat ons betreft echt voorbeeldige Arubanen.